Aansluitingen

Besturingsmodule

De besturingsmodule is de plek waar alle signaal- en sensorkabels worden aangesloten. In onderstaande afbeelding is een voorbeeld van een installatie te zien. Bij de hydraulische module zit deze besturingsmodule geïntegreerd. Gebruik voor het afmonteren van de soepele draden adereindhulzen.

VWZ AI+ besturingsmodule

Onderstaand is een korte omschrijving gegeven van de aansluitingen van de besturingsmodule (van links naar rechts).

230 V
Hier wordt de voeding van de besturingsmodule aangesloten. Een kabel met stekker wordt niet standaard meegeleverd met de besturingsmodule. Hiervoor kan bijvoorbeeld de oude kabel van de cv ketel gebruikt worden als deze nog in goede staat is.

230 V (2e aansluiting)
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het voeden van bijvoorbeeld de menggroepen. Deze voeding moet uiteraard wel op dezelfde fase worden aangesloten als de voeding van de besturingsmodule zelf.

MA1 / MA2
Dit zijn optioneel te gebruiken aansluitingen voor menggroepen, bijvoorbeeld bij het gebruik van vloerverwarming.

UV1
Deze aansluiting wordt gebruikt voor de driewegklep. Afhankelijk van de manier waarop de driewegklep is aangesloten, wordt de aansluiting “auf” of “zu” gebruikt. Als blijkt dat de driewegklep verkeerd om functioneert, bijvoorbeeld dat de centrale verwarming verwarmd wordt terwijl de boiler opgewarmd moet worden, dan moet dit contact verwisseld worden.

ZH
Als er gebruik wordt gemaakt van externe naverwarming, bijvoorbeeld met de MEH 60, dan wordt deze aangesloten op dit contact.

Bus
Deze aansluiting wordt verbonden met de thermostaat en warmtepomp. Dit kan gedaan worden met behulp van flexibele lasklemmen. Plaats deze in een aparte lasdoos naast de besturingsmodule.

VF1
Voor het aansluiten van de systeem temperatuursensor, wordt de aansluiting VF1 gebruikt. De temperatuursensor wordt gemonteerd op de aanvoer van de cv leiding ter hoogte van de splitsing tussen het cv en boiler gedeelte en meet de aanvoertemperatuur van het systeem.

SP1
Hier wordt de temperatuursensor van de boiler op aangesloten. De sensor van de boiler wordt in het dompelbuisje geplaatst.

DCF/AF
De buitentemperatuursensor wordt op deze aansluiting aangesloten. Let er goed op dat de draden op de juiste plaats aangesloten worden. Maak eventueel een foto bij het aansluiten van de kabel op de buitentemperatuursensor en gebruik dezelfde kleuren bij het aansluiten op de besturingsmodule.

ME
Dit betreft een multifunctionele ingang die voor standaard situaties niet gebruikt wordt.

EVU
Deze aansluiting wordt in de handleiding ook wel “contact energiebedrijf” genoemd. Dit is een potentiaalvrij contact dat gebruikt kan worden om de warmtepomp tijdelijk uit te schakelen. Als dit contact gesloten wordt, wordt afhankelijk van de instellingen de verwarming, boiler of beide voor een bepaalde duur uitgeschakeld. Dit kan handig zijn als bijvoorbeeld een elektrische auto moet worden opgeladen of een andere zware verbruiker ingeschakeld wordt. Op deze manier wordt de elektriciteitsaansluiting zo optimaal mogelijk gebruikt.

Warmtepomp

De elektrische aansluiting van de warmtepomp is vrij eenvoudig. de kabel wordt aansloten op de klemmenstrook op de warmtepomp. Bij de Arotherm plus gebeurt dat zoals weergegeven in onderstaande afbeelding. Er zijn ook alternatieve mogelijkheden voor het aansluiten van een tweede voeding. Raadpleeg voor het aansluiten van de warmtepomp altijd de handleiding.

Elektrische aansluiting 1-fase warmtepomp Arotherm plus

De Ebus aansluiting wordt op de BUS klemmenstrook aangesloten. Als er een maximaalthermostaat gebruikt wordt, wordt deze kabel aangesloten op het contact S20.

Ebus aansluiting

De CV aansluiting van de warmtepomp gebeurt met de flexibele aansluitset. Deze aansluitset zorgt ook voor het verminderen van trillingen in het CV systeem. Maak geen andere kabels vast aan de aansluitset om resonanties te voorkomen.

Thermostaat

Het aansluiten van de thermostaat is bijzonder eenvoudig. Er dienen twee draden op de Ebus aansluiting aangesloten te worden. Aan de kant van de besturingsmodule worden deze ook aangesloten. In de meeste gevallen kan de bestaande thermostaatkabel hiervoor gebruikt worden. Als dit een vierdraads kabel is, hoeven slechts twee van de vier draden gebruikt te worden.

Buitentemperatuursensor

De buitentemperatuursensor moet op een driedraads kabel worden aangesloten. De sensor zelf moet in de schaduw geplaatst worden buiten de invloed van externe warmtebronnen.