Vragen? Neem contact met ons op! Inmiddels is er weer voldoende voorraad aan 1-fase warmtepompen. Alleen voor de 3-fase warmtepompen en warmtepompboilers geldt nog een langere levertijd.
Inbedrijfstelling
Na het aansluiten van alle kabels en leidingen, het vullen en handmatig ontluchten van de cv installatie en de controle op eventuele lekkage, kan het systeem in bedrijf worden gesteld. Hiervoor kan bij de Arotherm Plus het stappenplan uit de systeemassistent handleiding van de VWZ AI+ worden gebruikt.
Warmtepomp
Als eerste wordt de warmtepomp ingeschakeld met de werkschakelaar. Controleer daarna in de meterkast of de installatieautomaat ook is ingeschakeld. De warmtepomp zal zonder actieve besturingsmodule nog niet actief worden, maar kan wel enkele opstartgeluiden maken.
Besturingsmodule
Vervolgens wordt de besturingsmodule ingeschakeld. Deze zal de eerste keer de installatieassistent opstarten. Volg de stappen uit de handleiding van de systeemassistent om de juiste configuratie in te stellen. Een onderdeel van de installatieassistent is het uitvoeren van het ontluchtingsprogramma. Dit is altijd aan te raden na het vullen van de cv installatie. Hierbij wordt gedurende een uur de cv pomp meerdere keren ingeschakeld om zoveel mogelijk lucht uit het systeem te krijgen. Ook kan de waarde van het fluisterbedrijf worden ingesteld. Als deze functie nodig is, kan deze in eerste instantie op 70% worden gezet. Geeft deze waarde een te hoge geluidsproductie, dan kan de parameter later ook ingesteld worden op een lagere waarde. Als de modus WW op “eco” wordt gezet, zal de warmtepomp de boiler op zo efficiënt mogelijk wijze opwarmen. Hierdoor is de opwarmtijd van de boiler wel langer en is de warmtepomp een langere tijd niet beschikbaar voor het verwarmen van de radiatoren. Als de instelling “normaal” gekozen wordt, zal de warmtepomp direct op de hoogste temperatuur verwarmen. Het beste kan als eerste instelling de “eco” stand gekozen worden. Als blijkt dat dit teveel tijd kost, kan deze instelling later gewijzigd worden.
Thermostaat
Als de installatieassistent van de besturingsmodule is afgerond, wordt de thermostaat ingesteld. De eerste keer dat de thermostaat wordt opgestart wordt ook een installatieassistent gestart. Deze zal ook aangeven welke componenten er gevonden zijn. Voor een standaard installatie wordt systeemconfiguratie 8 gebruikt. De overige parameters kunnen afhankelijk zijn van de situatie. Volg hierbij de instructie van de handleiding. Sommige parameters kunnen op basis van ervaringen tijdens het gebruik nog worden bijgesteld. Hieronder zijn enkele punten samengevat.
BT continu verwarmen
Hiermee wordt de buitentemperatuur ingesteld waarbij de warmtepomp continu blijft verwarmen. In de handleiding wordt hier een temperatuur van -5 °C als advies gegeven. Bij een redelijk goed geïsoleerd huis kan deze waarde ook een stuk hoger ingesteld worden, bijvoorbeeld +5 °C. Een warmtepomp heeft een lange opwarmtijd nodig waardoor het bij een lage buitentemperatuur kan voorkomen dat de warmtepomp de hele ochtend bezig is met opwarmen. Tijdens het opwarmen wordt het cv water ook op een iets hogere temperatuur gebracht waardoor het rendement van de warmtepomp afneemt. Als de woning ‘s nachts op temperatuur wordt gehouden, is het warmteverlies iets hoger maar kan de warmtepomp efficiënter draaien waardoor de uiteindelijke energiekosten niet veel zullen verschillen. Als de woning overdag niet verwarmd wordt, is het geen probleem als de opwarmtijd wat langer is. Als het wel gewenst is om de woning ‘s ochtends (snel) op temperatuur te krijgen, is het advies om deze waarde niet te laag te zetten.
Adaptieve stooklijn
Met deze instelling past de thermostaat automatisch de stooklijn aan als de ruimte niet snel genoeg of juist te snel op temperatuur komt. Het activeren van de adaptieve stooklijn kan voor hogere kosten zorgen, maar zorgt er wel voor dat de ruimte sneller op de juiste temperatuur komt. Als eerste instelwaarde kan deze instelling prima uitgezet worden. Mocht er behoefte zijn aan de adaptieve stooklijn, dan kan deze ook later ingesteld worden.
Fluisterbedrijf
Met het fluisterbedrijf wordt de tijdsperiode ingesteld waarbij de warmtepomp in fluistermodus moet werken. De waarde voor het fluisterbedrijf wordt ingesteld op de besturingsmodule van de warmtepomp.
Stooklijn
De stooklijn is de instelling die de watertemperatuur van de cv bepaalt aan de hand van de buitentemperatuur. Deze waarde kan voor lage temperatuurradiatoren op 0,5 worden ingesteld als initiële waarde en 1,3 voor traditionele radiatoren. Afhankelijk van de mate van isolatie van de woning kan deze waarde hoger of lager worden ingesteld. Als de waarde te laag gekozen wordt, zal de ruimte niet of te langzaam op temperatuur komen. Hoe hoger de waarde wordt ingesteld, hoe lager het rendement van de warmtepomp wordt. Als de adaptieve stooklijn is geactiveerd, zal deze waarde automatisch aangepast worden.
Overige instellingen
Een andere belangrijke instelling is de keuze voor binnencompensatie. Deze moet op “thermostaat” staan om de thermostaatregeling te gebruiken. Als deze op “geen” staat, zal de warmtepomp continu het cv circuit blijven verwarmen als het verwarmingsprogramma actief is. Geadviseerd wordt om de nachttemperatuur niet lager dan twee graden onder de dagtemperatuur in te stellen. Als de dagtemperatuur bijvoorbeeld op 20 °C is ingesteld, wordt de nachttemperatuur op 18 °C ingesteld. Het tijdsprogramma voor de cv kan naar wens worden ingesteld. Het advies is om het tijdsprogramma 2 tot 3 uur voor de gewenste temperatuur te laten starten. Als bijvoorbeeld de wens is om gedurende de dag van 09:00 tot 23:00 een temperatuur van 20 °C te hebben, dan is het advies om het programma in te stellen van 06:00 of 07:00 tot 23:00. Is pas vanaf 17:00 een temperatuur van 20 °C benodigd, dan wordt de starttemperatuur vanaf 14:00 of 15:00 ingesteld.
Bij het instellen van de boiler is het belangrijk om de juiste temperatuur in te stellen. Bij een hogere boilertemperatuur kan er langer gedoucht worden, maar is het rendement lager. Een veel gebruikte instelling is 55 °C. Als dit te laag blijkt, kun je deze instelling later aanpassen. Belangrijk is wel dat bij een ingestelde waarde lager dan 60 °C, de legionella preventie wordt aangezet. De boiler zal dan op de ingesteld dag en tijd de temperatuur tot 70 °C verwarmen. Het standaard tijdsprogramma van de boiler kan op 24 uur per dag worden gezet. Als er ook zonnepanelen aanwezig zijn, kan het gunstig zijn om het tijdsprogramma van de boiler bijvoorbeeld van 12:00 tot 24:00 in te stellen. De boiler begint dan met verwarmen als er de meeste kans op zon is. Als er ‘s avonds nog gedoucht wordt, zal de boiler ook verwarmen zodat de volgende ochtend voldoende warm water beschikbaar is. Belangrijk is wel om de starttijd van de boiler niet gelijk te kiezen met de starttijd van het cv programma, omdat anders effectief gezien het cv programma later zal starten.