Laadpalen

Als je een elektrische auto aanschaft, kan het handig zijn om deze bij de eigen woning of bedrijfspand op te kunnen laden.

Type connectoren
De meeste elektrische auto’s kunnen met zowel AC (wisselspanning) als DC (gelijkspanning) geladen worden. Er zijn verschillende typen connectoren beschikbaar die vastgelegd zijn in de IEC 62196. De meest bekende zijn de Type 1 en Type 2 stekkers voor het laden met AC. De Type 1 stekker is gebruikelijker in Noord Amerika en sommige delen van Azië omdat daar in het laagspanningsnet niet altijd een 3-fase net aanwezig is, maar een split fase systeem. In Europa komt het split fase systeem niet voor en kan dit type stekker daarom alleen voor 1-fase laders gebruikt worden. De Type 2 stekker is geschikt voor een 1 of 3-fase lader. De Europese Unie heeft deze stekker in het verleden gekozen als voorkeur voor het toepassen in elektrische auto’s. Bijna alle nieuwe elektrische auto’s zijn inmiddels uitgerust met een Type 2 aansluiting. Omdat beide typen stekkers hetzelfde protocol ondersteunen, is het mogelijk om een verloopkabel tussen beide varianten te gebruiken zodat Type 1 aansluitingen ook op een laadstation met Type 2 aansluiting geladen kunnen worden. Voor de communicatie tussen de auto en het laadstation zijn twee pinnen op de stekker aanwezig, de Control Pilot (CP) en Proximity Pilot (PP). De PP wordt gebruikt om te bepalen tot welke stroomsterkte de laadkabel geschikt is. De CP wordt gebruikt tussen het laadstation en de auto om onder andere aan te geven hoe snel het voertuig mag laden. De meeste laadkabels zijn geschikt voor een stroom van 3x16A of 3x32A.

Voor het snelladen van elektrische voertuigen wordt gebruik gemaakt van DC. Auto’s die voorzien zijn van een Type 1 stekker maken meestal gebruik van een aparte ChaDeMo aansluiting voor DC snelladen. Voertuigen met een Type 2 aansluiting hebben een uitbreiding onder de Type 2 aansluiting voor DC laden. Dit wordt het Combined Charging System (CCS) genoemd. Snelladen is technisch gezien thuis ook mogelijk, maar zorgt voor een zeer hoge prijs van de netaansluiting en DC lader waardoor dit in de praktijk nooit toegepast wordt.

Laadoplossingen
Er zijn verschillende laadoplossingen beschikbaar voor elektrische auto’s. De belangrijkste punten waarop de laadoplossingen verschillen zijn het wel of niet toepassen van een registratie of activeringssysteem en de manier waarop de laadkabel aangesloten wordt. Een registratiesysteem wordt meestal toegepast op publieke locaties waar meerdere personen gebruik kunnen maken van een oplaadvoorziening. Dit systeem werkt meestal met een pasje en een abonnement waarbij de gebruiker één keer per maand een factuur ontvangt. Voor thuisgebruik of kleinschalige kantoortoepassingen is dit meestal niet noodzakelijk. Voor het beveiligen tegen ongewenst gebruik kan gekozen worden voor een laadoplossing met een sleutel of kan er binnen in het pand een schakelaar geïnstalleerd worden voor het activeren en deactiveren van het laadstation.
Er zijn laadstations met een vaste kabelaansluiting en laadstations met een stopcontact waar een laadkabel op wordt aangesloten. Het voordeel van een vaste kabel is dat er niet elke keer bij het laden een laadkabel uit het voertuig of andere opbergplaats hoeft te worden gehaald. Een nadeel van een vaste kabel kan zijn dat de kans op beschadiging iets groter is.

Omdat de accu’s van elektrische auto’s een steeds hogere capaciteit krijgen, wordt een 3-fase lader steeds vaker in voertuigen toegepast omdat deze met een groter vermogen kunnen laden. Het is daarom aan te raden om een 3-fase laadstation aan te schaffen. Deze zijn ook geschikt voor het opladen van voertuigen met een 1-fase lader. Voor 3-fase laders is er de keus tussen een 3x16A (11 kW) laadstation of een 3x32A (22 kW) laadstation. Voor huisaansluitingen is een 11 kW lader het meest gebruikelijk omdat een 22 kW lader teveel vraagt van de elektriciteitsaansluiting van de woning en de meeste voertuigen met een 3-fase lader niet sneller dan 11 kW kunnen laden.

Meterkast
Het laadstation moet met een eigen kabel op de groepenkast van het pand worden aangesloten. Bij het aansluiten van de kabel van het laadstation in de meterkast moet deze op een eigen groep worden aangesloten en zijn voorzien van een aardlekbeveiliging. Eventueel kan een kWh meter worden toegevoegd om het verbruik van het laadstation te registeren. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn bij het verrekenen van de kosten als er sprake is van een bedrijfsvoertuig. Omdat het laden van een elektrische auto veel vermogen vraagt, kan deze het beste opgeladen worden als er weinig vraag in huis is, bijvoorbeeld ‘s nachts.

DoeHetZelfEnergie.nl heeft verschillende laadoplossingen verkrijgbaar in de webshop. Voor vragen, kan er uiteraard contact met ons worden opgenomen!